14.12.2012
E233: Geen inrijverbod voor vrachtverkeer op de E233Landkreis Cloppenburg – Een Duits inrijverbod voor vrachtwagens met een maximale toegelaten massa van meer dan 12 ton is op de E233 tussen de A1 en de A31 juridisch niet toegestaan. Dat is de conclusie van een toetsing door de Landkreisen Cloppenburg en Emsland dat door Cloppenburgs Gedeputeerde Georg Raue in de verkeerscommissie van de Landkreis werd voorgesteld. Bij de E233 is geen sprake van een tolontwijkingsroute en een Duits inrijverbod is voor de regionale bedrijvigheid en de arbeidsplaatsen een immense economische en imagoschade. Daarom is een Duits inrijverbod geen alternatief voor de planvorming voor een vierstrooks E233 van de Landkreisen Cloppenburg en Emsland.
|
Voor verkeer uit de regio Rotterdam/Amsterdam/Antwerpen in de richtung van Hamburg/Skandinavien is het traject via de E233 daadwerkelijk maar weinig korter als via de route A30 / A1. Er kan worden vastgesteld dat het grootste gedeelte van het vrachtverkeer op de E233 geen doorgaand verkeer uit de regio's Rotterdam, Amsterdam, Antwerpen of Skandinavien, maar intern verkeer van of naar een bestemming in het gebied van de Stedenkring Zwolle-Emsland. Alle gemeenten langs de E233 tussen Zwolle en Cloppenburg zijn lid van de Stedenkring met het doel de economie langs de E233 te stimuleren, in het bijzonder door de verdubbeling van deze E233.
Het handelsverkeer in dit gebied is sinds 2003 continu gegroeid. Het permanente verkeersmeet dat door de deelstaat Nedersaksen ter hoogte van Hebelermeer is aangebracht, getuigt hiervan. Een deel van dit verkeer is echter ook doorgaand verkeer.
Verschillende verkeersonderzoeken gaan echter uit van een aandeel doorgaand verkeer van slechts 30% van het totaal aan vrachtverkeer van meer dan 12 ton. Dat zijn circa 1.100 vrachtwagens per dag. Dit getal ligt ver onder de getallen die de uitbouwcritici noemen van 4.000 tot 8.000 vrachtwagens per dag. Na de invoering van het tolsysteem (Maut) is het vrachtverkeer in het eerste en tweede kwartaal van 2005 sterk gestegen, om daarna al in het derde en vierde kwartaal terug te zakken tot waarden die onder normale omstandigheden te verwachten waren.
Een Duits inrijverbod is juridisch (§ 45 van de StVO, lid 9, derde zin) slechts toelaatbaar als aan de drie criteria (de aantoonbaarheid van een verkeerstoename sinds de invoering van het tolsysteem, de aantoonbaarheid van ingrijpende gevolgen door een aan de invoering van de tol gerelateerde toename van het verkeer [bijv. door lawaai] en de aantoonbaarheid van het voorhanden zijn van een hoogwaardigere alternatieve route) cumulatief wordt voldaan, oftewel aan elk afzonderlijk criterium moet worden vervuld, om juridisch aan de voorwaarden voor een Duits inrijverbod te voldoen.
Voor de aantoonbaarheid van een toename van het vrachtverkeer sinds de invoering van het tolsysteem is gekeken naar het meetpunt in Hebelermeer. Voor het tolontwijkende verkeer is het doorgaande verkeer in de Landkreisen Cloppenburg en Emsland van belang. Al het verkeer dat vanaf Rotterdam, Amsterdam, Antwerpen of Scandinavië via de E233 door het gebied van de Landkreisen Cloppenburg en Emsland rijdt, moet via dit meetpunt. Daarnaast passeert natuurlijk ook het regionale verkeer dit meetpunt. Van 2003 tot en met 2008 is het totale vrachtverkeer jaarlijks met gemiddeld 10% toegenomen. In het jaar van de tolinvoering is het met 12% gestegen. Deze waarde ligt slechts 2% boven de gemiddelde jaarlijkse toename. Er is dus geen significante toename van het vrachtverkeer in het jaar van de invoering van het tolsysteem. Daarmee kan al niet aan het eerste criterium voor de invoering van een Duits inrijverbod worden voldaan.
Voor de aantoonbaarheid van ingrijpende gevolgen van de verkeerstoename moeten de gevolgen van de toegenomen geluidsbelasting worden onderzocht. Van ingrijpende gevolgen is volgens de geldende rechtspraak sprake wanneer de geluidstoename meer dan 3 decibel bedraagt. Een verhoging van het geluidsniveau van 3 decibel is volgens wetenschappelijk technisch onderzoek vergelijkbaar met een verdubbeling van het verkeer, dus een toename van 100%. De maximale toename van het vrachtverkeer (doorgaand en regionaal verkeer) bedroeg in het jaar van de invoering van het tolsysteem 12%; de maximale toename van tolgerelateerd verkeer bij 2%. Deze toename is slechts een fractie van de voorgeschreven waarde, zodat ingrijpende gevolgen door de beïnvloeding van rechten niet aantoonbaar zijn. Daarmee kan ook niet aan het tweede criterium voor de invoering worden voldaan.
Als letztes Kriterium ist im Rahmen des Ermessens insbesondere das Vorhandensein einer höherwertigen Alternativstrecke zu untersuchen. Die von einem Durchfahrtsverbot betroffenen Verkehre dürfen nicht auf gleichrangige oder untergeordnete Straßen verdrängt werden. Deshalb stehen nur die Strecken über die A 31 / A 28 und über die A 31 / A 30 / A 1 zur Verfügung, welche auf Grund ihrer Mehrlängen von 40 bzw. 77 km insbesondere von den regionalen Verkehren nicht in Anspruch genommen würden. Ein Ausweichen ins untergeordnete Straßennetz wäre die Folge. Auch das letzte von drei Kriterien, von denen jedes einzelne zur Anordnung eines Durchfahrtsverbots hätte erfüllt sein müssen, ist nicht erfüllt.
Damit ist das Vorhandensein einer Mautausweichstrecke nicht gegeben und die Anordnung eines Durchfahrtsverbots nicht möglich.
Auf Nachfrage eines Kreistagsabgeordneten wurde von Raue noch mal klargestellt, dass ein - nachgewiesenermaßen unzulässiges – Durchfahrtsverbot für die Region bedeutet, dass jeder Lkw größer als 12 t zulässiges Gesamtgewicht – also der Regional- und Transitschwerverkehr – die E 233 nicht mehr befahren dürfe. Das gilt grundsätzlich für alle Lkw-Fahrten im Fernverkehr (auch regional bedingte) mit nur drei Ausnahmen: zu und abgehender Verkehr von der E 233 erschlossener Grundstücke, Güterkraftver-kehr im Umkreis von 75 km vom ersten Beladungsort und für Sonderfahrzeuge wie Feuerwehr, THW, Bundeswehr und Busverkehre. Nur wenn sich Kraftfahrer von Schwerverkehren auf eine der drei Ausnahmen berufen können, gilt für sie nicht das Durchfahrtsverbot.
Schwerverkehre als Erschließungsverkehre für Grundstücke, die auch anderweitig erschlossen sind, dürfen nach den Vorschriften der StVO die E 233 nicht benutzen. Ein Futtermittelhändler aus Löningen darf seinen Kunden in Emmen über die E 233 beliefern, da das Fahrziel im Umkreis von 75 km vom ersten Beladungsort liegt. Aber ein Autotransporter aus Emden dürfte z.B. einen zu beliefernden Autohändler in Löningen nicht über die E 233 anfahren. Auch ein Lkw eines der großen, auch überregional tätigen, Unternehmen aus Löningen, der nach Rotterdam, Antwerpen oder nach Bremen fährt, dürfte die E 233 nicht mehr benutzen.
Das Projekt „PlanInfra E 233“ wird im Rahmen des INTERREG IV A-Programms Deutschland-Nederland mit Mitteln des Europäischen Fonds für Regionale Entwicklung (EFRE), der Niederlande, des Landes Niedersachsen, der Landkreise Cloppenburg und Emsland, dem Städtering Zwolle-Emsland und der Provinz Drenthe kofinanziert. Es wird begleitet durch das Programmmanagement bei der EDR.
[Folien]
zurück zur Übersicht